Scrum is een flexibele manier van werken die past binnen de agile-filosofie.

Het begrip komt uit de wereld van software-ontwikkeling, maar ook andere sectoren passen de werkwijze steeds vaker toe.

Bij scrum knip je een project op in kleinere deeltaken die je in twee tot vier weken afrondt. Door te evalueren na elke periode is tussentijds bijsturen makkelijker.

Of je het nu een jeukwoord vindt of niet, scrum duikt op steeds meer plekken op. De werkwijze is afkomstig uit de IT-wereld, maar wordt tegenwoordig ook in andere branches toegepast. Maar wat is scrum nu eigenlijk?

Scrum is een flexibele manier van werken die teams in staat stelt om in te spelen op veranderende omstandigheden en wensen van de klant. De term is afkomstig uit de rugbysport.

Stel dat jouw bedrijf de opdracht krijgt om een auto te ontwerpen. Normaal gesproken zet je de eisen op papier, maak je een ontwerp, bouw je een prototype en lever je het eerste model af. Alle fases zijn duidelijk afgebakend en volgen elkaar op. 

Maar wat als de klant halverwege iets anders wil? Dan moet je terug naar de tekentafel en loopt het project vertraging op.

Scrum maakt het mogelijk om tussentijds bij te sturen en problemen op te lossen. De aanpak valt onder de agile-filosofie.

Lees meer: Wat is agile werken? Een heldere uitleg in 500 woorden

Het project wordt opgeknipt in deeltaken die in korte periodes van twee tot vier weken worden afgerond. Deze korte periodes heten een sprint. Na elke sprint evalueert het team de resultaten en stuurt bij voor de volgende periode. Na een bepaald aantal sprints is het project voltooid en ligt er een werkend product dat voldoet aan de wensen van de opdrachtgever.

Bij scrum heb je verschillende rollen: 

  • De product owner: de schakel tussen de klant en het team die de wensen vertaalt in concrete taken om tot het eindresultaat te komen. Bijvoorbeeld: bouw deze functionaliteit of los deze fout op.
  • Het zelfsturende team: vijf tot negen professionals met verschillende disciplines die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de resultaten.
  • De scrum master: een begeleider die ervoor zorgt dat het scrum-proces goed verloopt zodat het team optimaal kan presteren. De scrum master is niet eindverantwoordelijk voor het resultaat; dat is de product owner. 

Bij scrum zijn er drie belangrijke documenten:

  • Product backlog: een geordende lijst met alle taken die nog gedaan moeten worden om tot het eindresultaat te komen. De product owner stelt deze samen en werkt de lijst bij na elke sprint.
  • Sprint backlog: het boodschappenlijstje van de taken die het team in de aankomende sprint wil voltooien.
  • Scrum board: een overzicht van de taken die het team tijdens een sprint wil uitvoeren, inclusief de status: to do, doing of done.

Bij scrum zijn er vier belangrijke bijeenkomsten, ook wel ceremonies genoemd:

  1. Sprint planning: het inplannen van taken voor de aankomende sprint.
  2. Daily standup meeting of dagstart: een dagelijkse bijeenkomst van maximaal een kwartier waarin het team (meestal staand) bespreekt wat er af is, waar ze mee bezig zijn en wat de obstakels zijn.
  3. Review: het tonen van de resultaten van de sprint aan de product owner en/of klant. Die kunnen dan feedback geven.
  4. Retrospective: een evaluatie van de prestaties van het team. Je kijkt terug op het werkproces en wat je daaraan kunt verbeteren voor de volgende sprint.

Bij scrum weet je aan het begin dus niet precies waar het project eindigt. En dat is juist de grote kracht.


Lees meer over productiviteit: